4. Het veranderende gezicht van IT
Digitalisering transformeert bedrijfsvoering met nieuwe technologieën en modellen, waardoor bedrijven zich voortdurend moeten aanpassen om relevant te blijven.
Het geheim van jonge bedrijven
Echte winnaars in de digitale economie zijn vaak ondernemingen die pas enkele jaren oud zijn. Denk aan Bol.com en CoolBlue. Zij hebben nauwelijks ‘legacy’ weg te werken, omarmen snel de nieuwste technologie en trekken als modern bedrijf massaal ‘high potentials’ uit de schoolbanken aan.
De achterblijvers, waaronder een groot aantal ‘van oudsher’ zeer succesvolle en omvangrijke ondernemingen, krijgen juist een stortvloed aan wijzigingsverzoeken vanuit hun directies of vanuit Den Haag over zich heen. Het zijn vaak bedrijven met weinig IT-kennis in huis en wél die omvangrijke ‘legacy’. Ze hebben moeite om de juiste mensen te vinden. En als er bij deze bedrijven iets fout gaat, staat het breed uitgemeten in de krant.
IT’ers als buitenstaanders
IT is het afgelopen decennium naar de kern van veel organisaties verplaatst. Daarom moet het ook als primair bedrijfsproces bestuurd worden. Het is dan onvermijdelijk dat het bestaande en het nieuwe met elkaar verenigd moeten worden. Het huidige IT-landschap moet de continuïteit waarborgen, terwijl de verdergaande digitalisering van bedrijfsprocessen zo snel mogelijk moet worden doorgevoerd. IT-organisaties zullen dus niet langer op grote afstand van de primaire processen in het bedrijf moeten staan. Dit vraagt om nieuwe besturingsmodellen en dat is een enorme uitdaging. Waarom? Voor het antwoord moeten we terugkijken naar de manier waarop IT-afdelingen in organisaties zijn gepositioneerd, georganiseerd en welke ontwikkelingen zij hebben doorgemaakt.
Vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw zijn IT-afdelingen ingericht als ondersteunend proces. Ze kregen een plek zoals marketing, facilitair en Finance en werden vaak bij een van de laatste twee ondergebracht. Vanaf de jaren ’90 werd IT serieuzer genomen en werd de directeur IT vervangen door een CIO die voor het eerst mocht aanschuiven bij de directie. Althans, dat was het idee. Maar in de praktijk was de CIO toch een buitenstaander voor wie in de echte top geen plaats was als strateeg die mocht meebeslissen. De CIO wordt zelfs vandaag de dag door de meeste organisaties nog steeds niet gezien als level playing field.
IT de deur uit gezet
Vanuit die filosofie is het dan ook geen wonder dat de afgelopen jaren complete IT-afdelingen de deur uit zijn gezet. IT-functies zoals netwerk-, infrastructuur- en applicatiebeheer zijn uitbesteed aan een of meer externe partijen, waarover de IT-afdeling van de regieorganisatie vervolgens de regie is gaan voeren. Bij het uitbesteden van deze IT-functies is er lange tijd voor gekozen om zoveel mogelijk zogenoemde technologiekavels bij één partij onder te brengen. Zulke kavels zijn IT-diensten die in kleine brokken op de markt worden gezet. Voorbeelden zijn functioneel beheer, applicatiebeheer en applicatieontwikkeling.
Als zoveel mogelijk kavels bij één partij worden ondergebracht, hoeven er zo min mogelijk leveranciers aangestuurd te worden. In de contracten met deze leveranciers is dat wat wordt uitbesteed vastgelegd in allerlei gestandaardiseerde ‘servicelevels’. De kavels zijn in de loop van de tijd sterk geoptimaliseerd door de komst van standaarden en methodieken zoals ITIL, BISL, Prince 2 en Agile.
In de regievoering zijn we van een simpel 4-vlaksmodel, via een 9-vlaks naar een complex 12-vlaksmodel gegaan. IT-organisatie zijn steeds beter hun best gaan doen om de vragen van de gebruikersorganisatie beter te begrijpen en te vertalen in IT-oplossingen.
Helaas hebben al deze modellen geen betere verbinding tussen de gebruikersorganisatie en IT gebracht. Niet zo vreemd, want het probleem blijft dat IT ‘op afstand’ is geplaatst. Sterker nog, er komt een organisatie tussen de gebruikersorganisatie en de IT-leveranciers te staan. Zo’n IT-afdeling op afstand is te weinig betrokken bij de gebruikersorganisatie en onvoldoende flexibel om direct in te spelen op wat gevraagd wordt. De enige manier om hieruit te komen is een fundamenteel andere inrichting van de IT-organisatie.
Henri Ford en het snellere paard
De verandering die nodig is begint aan wat we de ‘business-zijde’ van de organisatie noemen, de gebruikers van de IT. Traditioneel zijn we geneigd om te vragen wat hun behoeften of vereisten zijn. Het antwoord wat je krijgt is heel vaak, zoals Henri Ford het ooit zei, de behoefte aan een sneller paard. Veel behoeftes die op die wijze beschreven worden, zijn dan ook samen te vatten als: een beter functioneren van de analoge wereld van 20 jaar geleden in plaats van de toekomstige wereld. Dit beperkte denken is overigens niet alleen besteed aan businessvertegenwoordigers, maar vormt ook de basis van veel wet- en regelgeving. Om dat te doorbreken is het noodzakelijk om niet meer te denken in termen van behoeften, vereisten en business die door IT in oplossingen wordt vertaald. De mensen met inzicht in de ontwikkelingen in de digitale wereld moeten me aan het roer gezet worden van de organisatie.
Dat is voor veel organisaties een radicale verandering. Banken en verzekeraars hebben die stap grotendeels gezet, maar hebben in de regel nog steeds een CEO die slechts beperkt kennis heeft van de digitale wereld. Dat geldt ook voor de CFO, CCO en CMO. De winnaars van vandaag hebben daarentegen in alle geledingen mensen die het digitale domein optimaal weten in te zetten in hun primaire proces. Onder hen zitten mensen die collega’s uit de rest van de organisatie voeden met nieuwe ideeën, hen uitdagen en – als ze niet oppassen – hen passeren en de toekomstige baas worden.
Dat betekent niet dat er geen oog en kennis moet zijn voor de werkprocessen, de medewerkers, klanten en toeleveranciers. Digitalisering vraagt hier meer dan ooit aandacht voor. Werkprocessen moeten efficiënt zijn, maar ook uitdagend en voldoende ruimte voor ontwikkeling van medewerkers geven. Nieuw daarbij is aandacht voor compliance, ethiek, toegankelijkheid en aanpasbaarheid: vraagstukken die kennis vragen van mensen en waar IT en technologie een ondersteunende rol kunnen spelen.
Automatisering: klachten en klokkenluiders
Bedrijven die slechts bezig zijn met efficiency en de werknemers zien als de noodzakelijke functie die niet valt te automatiseren krijgen het dan ook steeds lastiger. Werknemers dienen klachten in, worden klokkenluider of kiezen voor een andere werkgever. Amazon is een goed voorbeeld, nog steeds een winnaar, maar massaal komen mensen in opstand tegen het bijna op slavernij lijkende werknemerschap. Ze proberen vakbonden op te richten, bedenken wijzen om anoniem klachten in te dienen en lekken filmpjes over hoe weinig tijd en ruimte ze krijgen voor persoonlijke ontwikkeling door te laten zien hoeveel pakjes ze moeten verzamelen. Een casus als Amazon laat zien dat echt succesvol zijn meer vraagt dan slim automatiseren.
Succesvol digitaliseren vraagt júist om oog voor de menselijke maat. In veel traditionele bedrijven is dat lastig, want hoe neem je mensen mee in iets waar ze geen kennis van hebben? Banken hebben hier slim op ingespeeld. Ze ontslagen massaal mensen in managementfuncties binnen IT en hebben hen per kerende post weer aangenomen aan de gebruikerskant, in nieuwe rollen en functies. Met deze kennisimpuls hebben banken veel medewerkers uit de klassieke functies naar een hoger niveau getild. Inmiddels bestaat bij veel banken bijna zestig procent van het medewerkersbestand uit mensen die we voorheen als IT’ers beschouwden.
Software as a service
De afgelopen tien jaar zijn we op een andere manier gaan werken: het tempo van vernieuwing ging omhoog en er ontstonden steeds meer softwareoplossingen waarin weinig meer te kiezen valt. Denk bijvoorbeeld aan systemen voor het onderwijs of in de zorg. Het nadeel van zulke Software as a service is dat de software dicteert en externe partijen daaraan zijn overgeleverd. Denk bijvoorbeeld aan softwareupdates- of wijzigingen waar je als klant weinig over te zeggen hebt. Als gebruiker van zulke software moet je dus meer kennis van dergelijke systemen in huis hebben, systeembeheerders moeten veel kennis paraat hebben om te begrijpen welke invloed de gebruikte software op hun organisatie heeft. De frequentie waarin softwareupdates zich gaat bovendien steeds verder omhoog, waardoor je je als gebruiker extra bewust moet zijn van de impact daarvan op je organisatie of bedrijf.
Die transformatie is niet af, sterker nog, zal nooit af zijn. De continue stroom aan veranderingen en innovaties die op ons af blijven komen, vragen dan ook om mensen die continu de status quo bevragen. Daar zit dan ook de balans: bedrijven moeten hun focus verleggen van kortetermijnwinst naar langetermijnwaarde. Ze zullen daarbij een balans moeten vinden tussen maatschappelijk rendement en aandeelhoudersrendement. In de praktijk blijkt dat vaak lastig.
Trends – tien jaar terug
Trends – tien jaar vooruit
Bovenstaande uitdagingen benadrukken de noodzaak voor bedrijven om diepe, betekenisvolle verbindingen te smeden – niet alleen intern binnen organisaties, maar ook extern met klanten, partners, en de bredere maatschappij. Door deze verbondenheid kunnen bedrijven duurzame groei realiseren en positieve bijdragen leveren aan de wereld.